🇬🇧
🇬🇧
In deze zinnen staan foute voorzetsels. Vind en verbeter de fouten. Schrijf de hele zinnen op.
(Let op hoofdletters en leestekens in je antwoord!)
0 of 15 Questions completed
Questions:
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
0 of 15 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
1. Carina rijdt in de snelweg. Ze gaat naar rechts en rijdt buiten de tunnel door.
2. Mollen leven naar de grond. Ze maken gangen buiten de aarde en graven gaten in de tuin.
3. Hannah loopt achter school. Ze is te laat, want boven drie minuten begint de les.
4. Zonder de tafel ligt een kleed met stippen. Over het kleed zitten vlekken van de soep.
5. Dirk rent door het station. Voor één minuut vertrekt de trein vanaf spoor vier.
6. Aan haar verkoudheid kan Gerda niet naar haar werk. Ze blijft een dag in bed.
7. Het is jammer dat het over vier en vijf uur gaat regenen. Lies wil dan eigenlijk naar buiten.
8. Ik zit onder de trein naar Vlissingen. Ik kijk naar links en praat met de meneer tussen mij over sport.
9. De bel naast de deur is kapot. Ik tik om het raam, zodat Lisa naar de deur loopt.
10. Ik word altijd tussen zes uur wakker. Daarna eet ik een appel over tafel en ga ik naar mijn werk.
11. Op de sneeuw in de bergen kunnen we niet verder rijden tussen het vakantiehuis.
12. Je moet hard leren door een tien te halen op school.
13. Ik ga morgen aan mijn ouders op vakantie. Mijn vrienden en ik gaan tegen Portugal.
14. Joël gaat vanaf een uur naar zijn werk om geld te verdienen.
15. Ik heb veel pijn naar mijn gebroken been.
0 of 15 Questions completed
Questions:
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
0 of 15 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
1. Carina rijdt in de snelweg. Ze gaat naar rechts en rijdt buiten de tunnel door.
2. Mollen leven naar de grond. Ze maken gangen buiten de aarde en graven gaten in de tuin.
3. Hannah loopt achter school. Ze is te laat, want boven drie minuten begint de les.
4. Zonder de tafel ligt een kleed met stippen. Over het kleed zitten vlekken van de soep.
5. Dirk rent door het station. Voor één minuut vertrekt de trein vanaf spoor vier.
6. Aan haar verkoudheid kan Gerda niet naar haar werk. Ze blijft een dag in bed.
7. Het is jammer dat het over vier en vijf uur gaat regenen. Lies wil dan eigenlijk naar buiten.
8. Ik zit onder de trein naar Vlissingen. Ik kijk naar links en praat met de meneer tussen mij over sport.
9. De bel naast de deur is kapot. Ik tik om het raam, zodat Lisa naar de deur loopt.
10. Ik word altijd tussen zes uur wakker. Daarna eet ik een appel over tafel en ga ik naar mijn werk.
11. Op de sneeuw in de bergen kunnen we niet verder rijden tussen het vakantiehuis.
12. Je moet hard leren door een tien te halen op school.
13. Ik ga morgen aan mijn ouders op vakantie. Mijn vrienden en ik gaan tegen Portugal.
14. Joël gaat vanaf een uur naar zijn werk om geld te verdienen.
15. Ik heb veel pijn naar mijn gebroken been.
Hi! We just wanted to let you know that we use cookies on our site. These cookies enhance your experience, improve the quality of our site, and help us show you things that are more likely to be relevant to you. You have the option to manually allow third parties (including our advertising partners) to enable cookies on our website. By clicking 'Accept', you're agreeing to the placement and use of cookies described in our Cookie Policy. That's all. Thanks for reading!