🇳🇱 Nederlands
de / het
een
🇬🇧 Engels
the
de / het
a(n)
een
🇫🇷 Frans
le / la / les
de / het
un(e)
een
🇪🇸 Spaans
el / la / los / las
de / het
un / una
een
🇵🇹 Portugees
o / a / os / as
de / het
um / uma
een
🇩🇪 Duits
der / die / das
de / het
ein
een
- 🇳🇱 Nederlands
- 🇬🇧 Engels
- 🇫🇷 Frans
- 🇪🇸 Spaans
- 🇵🇹 Portugees
- 🇩🇪 Duits